Uitzendkracht verliest geen vakantierechten door tijdelijke werkloosheid wegens overmacht-corona
2/07/2021
De COVID-pandemie werd als overmacht erkend die aanleiding geeft tot tijdelijke werkloosheid. Anders dan tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen, is tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in principe niet gelijkgesteld voor vakantie. Op aandringen van de vakbonden, werd de tijdelijke werkloosheid wegens corona-overmacht wel gelijkgesteld voor de periode van 1 februari 2020 tot 31 december 2020, en dit voor alle werknemers. Door deze dagen van tijdelijke werkloosheid te beschouwen als gewerkte dagen, worden ze meegeteld voor de berekening van de duur van de jaarlijkse vakantie en het bedrag van de vakantie-uitkering.
Om de vakantierechten van werknemers die tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht te waarborgen, heeft de regering op vraag van de vakbonden deze dagen van tijdelijke werkloosheid gelijkgesteld met werkelijke werkdagen. Zo werd eerst de periode van 1 februari tot en met 30 juni 2020 en die van 1 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020 gelijkgesteld . Later gebeurde dat ook met de periode van 1 september tot en met 31 december 2020 .
Concreet worden deze dagen van tijdelijke werkloosheid voor de berekening van de duur van de jaarlijkse vakantie en het bedrag van de vakantie-uitkering als gewerkte dagen beschouwd. Dit betekent dat de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht-corona in 2020 geen vermindering tot gevolg hebben van het aantal vakantiedagen en het vakantiegeld waarop de werknemer in 2021 recht heeft.
Voor sommige arbeiders-uitzendkrachten wiens contract omwille van corona niet verlengd werd, was echter onduidelijk of ze op de gelijkstelling aanspraak konden maken. De vakantiereglementering vereist in principe immers dat de werknemer de dag vóór de periode van tijdelijke werkloosheid een arbeidsovereenkomst had.
De RJV verduidelijkt nu dat deze regel niet geldt in 2 situaties:
- Situatie 1: Ik heb gewerkt tot aan het begin van de coronaviruscrisis. Binnen de 15 dagen na het begin van de pandemie werden mijn contracten onderbroken. Vervolgens kreeg ik contracten met enkel dagen coronawerkloosheid. (Deze werden erkend door de RVA na aangifte door de werkgever.) De RJV neutraliseert de onderbreking in de arbeidsovereenkomsten en neemt de dagen coronawerkloosheid automatisch in rekening voor mijn vakantiegeld en vakantieduur 2021.
- Situatie 2: Ik heb gewerkt en ook arbeidsovereenkomsten met alleen dagen coronawerkloosheid gehad. Vervolgens heb ik verlof genomen en opnieuw contracten met enkel dagen erkende coronawerkloosheid gekregen. Ook in dit geval neutraliseert de RJV de onderbreking in de arbeidsovereenkomsten en neemt de dagen coronawerkloosheid op in de berekening.
Moet ik iets doen?
In deze twee situaties worden deze gelijkgestelde dagen opgenomen in de berekening. Deze uitzonderlijke maatregel is van toepassing op de arbeiders-uitzendkrachten voor de periode van 13 maart 2020 tot en met 31 december 2020.
De RVJ beschikt over de gegevens van de arbeiders-uitzendkrachten die in deze situatie zijn en gaat de gelijkstelling toekennen en het vakantiegeld herrekenen. De arbeider-uitzendkracht hoeft dus zelf geen aanvraag tot gelijkstelling te doen. Wie toch nog vragen heeft over de berekening van zijn vakantie(geld), kan terecht bij de RJV of het ABVV, die dan het dossier zullen nakijken.
terug naar overzicht